Anneloes de Weijer, Arno de Vries, Anne-Meike Spithoven, Piet Grootenboer, Geert Rooseboom en Jalke Visser zijn al weer enkele weken terug van hun projecten in Malawi, Zambia Sierra Leone en Bolivia. Alle groepen hebben veel van de locale cultuur kunnen zien en ondanks de soms grote regenbuien toch hun gebouwen/klaslokalen kunnen afbouwen.
Jalke was mee met een project ’onbeperkt’
Na een heel jaar van pepermunt verkopen, oliebollen bakken en appels schillen voor de appeltaart, ben ik afgelopen zomer toch echt op reis geweest met World Servants naar Bolivia.
Wat is Bolivia een prachtig land met haar mooie, hoge bergen en drukke steden! De bevolking ving ons op met open armen.
Het bouwen vond ik erg leuk en ook al was het een uitdaging met een rolstoel, heb ik zoveel mogelijk gedaan. Elke dag deed ik nieuwe ervaringen op en leerde ik nieuwe mensen kennen.
Het verschil tussen rijk en arm is in Bolivia zichtbaar heel groot. Sommige mensen wonen in enorme huizen, hebben een zwembad in de tuin en bewaking voor hun huis terwijl andere mensen in een huisje gemaakt van houten platen tegen elkaar aan gezet wonen.
Toch zagen de arme mensen er niet per definitie 'arm' uit en de rijken niet per se 'rijk'. Sommige mensen die weinig geld hadden waren wel de hele dag vrolijk en deden ontzettend hun best het ons naar ons zin te maken.
Dit heeft me doen beseffen dat je echt niet per se veel geld nodig hebt om gelukkig te zijn. Het leukste van de reis vond ik het bouwen - geweldig om zo met zijn allen bezig te zijn en te werken aan een groot bouwwerk.
Wat een prachtige ervaring! Groeten, Jalke
Anneloes en Arno waren in Malawi, Anneloes beschrijft haar ervaringen
Lieve gemeente,
Nu ik weer drie weken thuis ben, kijk ik regelmatig met veel heimwee de foto’s van Malawi weer terug. Ik heb enorm genoten van het project in Kantheska, een klein plattelands dorpje in de middle-of-nowhere. De lokale bevolking was ontzettend betrokken, enthousiast en dankbaar. Velen van hen hielpen ons op de bouw, we kregen zo veel hulp dat we na 4 bouwdagen het hoogste punt al bereikten! De dankbaarheid van de gemeenschap uitte zich in de vorm van 2 geiten, 6 kippen en schaaltjes met pinda’s die we cadeau kregen. Dit alles kregen wij, terwijl de meeste families in moeilijke tijden slechts 1 keer per dag kunnen eten en dan alleen ‘nshima’: een pap van maismeel en water. Het kleine aantal kippen dat ze houden, slachten ze niet voor zichzelf, maar bewaren ze voor het geval er onverwacht gasten langskomen. Tja, dan moet je wel even drie keer slikken bij het krijgen van zo’n groot cadeau.
Tijdens het project mocht ik ook 'life skills' geven, op drie middagen hadden we het samen met tieners over hoe waardevol ze zijn, verschillen in de rolverdeling tussen mannen en vrouwen en seksualiteit. Dit was een hele bijzondere ervaring en soms ook erg grappig, aangezien we de gekste vragen kregen en een man blijkbaar heel aantrekkelijk is als hij klein is en een dikke neus heeft.
Er is nog veel meer te vertellen, maar dan moet u me even aanspreken na een kerkdienst!
Liefs, Anneloes de Weijer
Geert Rooseboom schrijft over zijn project in Sierra Leone
Na mijn avontuur in Guatemala vorig jaar was de keuze om weer te gaan niet zo moeilijk voor mij. Dit jaar werd het dan toch Afrika, Sierra Leone om precies te zijn.
Sierra Leone is een land in West-Afrika, het grenst aan Liberia en Guinea.
Sinds het land in 1961 onafhankelijk is geworden van Groot-Brittannië heeft het een bewogen geschiedenis. Van 1991 tot 2001 woedde er in het land een bloedige burgeroorlog. Toen het land daar eenmaal uit kwam en druk bezig was met het herbouwen en de economie, grotendeels door middel van mijnbouw weer op gang was gekomen, brak het Ebola-virus uit. Ebola verspreide zich snel door Sierra Leone wat ervoor zorgde dat veel internationale bedrijven weer wegtrokken uit het land. Vandaag de dag zijn er nog veel Ebola-wezen. In sommige dorpen is 1 op de 5 inwoners overleden aan Ebola. Zelf heb ik meneer Kamara ontmoet. Deze meneer heeft in 2014 in één maand zijn hele gezin verloren, op één zoon na. Nu zorgt hij voor 22 Ebola-wezen, die hij voedt, onderdak biedt en voor wie hij onderwijs betaalt. Na Ebola volgde in 2017 ook nog verschrikkelijke modderstromen, waar ook veel mensen aan overleden.
Hoewel het land zo’n ongelofelijk bewogen geschiedenis heeft, zijn de mensen die er wonen de meest hartelijke, liefdevolle en dankbare mensen die ik ooit heb ontmoet. Ik weet niet hoe vaak ik wel niet ben bedankt voor het werk dat wij daar hebben gedaan en hoe vriendelijk ze contact zochten. Met de bouwvakkers, met de kinderen en met de mensen van de lokale organisatie daar (the Cotton Tree Foundation) heb ik het leukste contact gehad en heb je na 3 weken toch wel echt een band opgebouwd. Daarnaast blijft het ook dit jaar weer bijzonder wat een ongelofelijk bijzondere band je kan krijgen met de mensen waarmee je drie weken op project gaat.
Naast bouwen aan vrienden hebben we daar natuurlijk ook hard gebouwd aan een school. Stenen sjouwen, metselen, beton scheppen, dakspanten timmeren en tillen en muren stucen moest allemaal gebeuren, zowel in de stromende regen als in de stralende zon. Maar aan het eind van het project stond er dan ook wel een gebouw met een dak en (deels) gestucte muren. Ongelofelijk gaaf!
Het project was een ongelofelijk gave ervaring en zal iets zijn wat ik me voor altijd zal blijven herinneren. Voor iedereen die twijfelt of je wel met een World Servants project mee moet gaan: ik zeg doen! Het is iets ongelofelijk gaafs en bijzonders en iets wat je voor de rest van je leven met je mee neemt.
Piet Grootenboer schrijft over zijn project in Zambia
Augustus 2018, Zambia, Miloso.
Een World Servants-project is altijd bijzonder, maar voor mij, Piet Grootenboer, was deze keer een jaar waar veel World Servants-aspecten op een hele mooie manier bij elkaar kwamen.
Het was voor mij na 11 jaar een hernieuwde kennismaking met Zambia, vooraf probeer je de herinneringen weer naar voren te halen. Hoe zou het land, het gebied rondom Mkushi en het dorp waar we toen gebouwd hadden zich ontwikkeld hebben?
Het land was vanaf het vliegveld naar het noorden nog min of meer als in m’n herinneringen. Misschien iets drukker verkeer, maar verder nog steeds een echt ontwikkelingsland, met beperkte infrastructuur. De kennismaking met het gebied Mkushi was niet echt anders als 11 jaar geleden. De bust stopt in Mkushi en we worden ‘overgeladen’ op een open vrachtwagen om over soms slechte zandwegen naar Miloso te rijden. Miloso is een plaats waar ik 11 jaar geleden ook even op bezoek ben geweest, het was toen al een dorp waar meerdere World Servants-projecten waren gerealiseerd.
Dit jaar hebben we samen met de groep uit de Vrijgemaakte Gereformeerde Kerk van Gramsbergen in Miloso een slaapzaal voor jongens gebouwd. Ook dit was voor mij een bijzondere ervaring om met zo’n groep als enige ‘buitenstaander’ een World Servants-project te realiseren. Het was een groep van 24 gemeenteleden: 4 volwassenen en de rest jongelui, ook dit gaf extra dynamiek aan het project. De groep heeft hard gewerkt om het gebouw min of meer af te krijgen, maar daarnaast hebben we heel veel indrukken op gedaan van de omgeving, van de manier van leven, hoe het geloof een rol speelt, een echte Afrikaanse kerkdienst en nog van veel meer. We hebben dus een gebouw achtergelaten, maar wij zijn allemaal heel veel ‘rijker’ teruggekomen. De echte wisselwerking van een World Servants-project.
Miloso is een plaats waar World Servants 2002 het eerst project gebouwd heeft, een kliniek met een woonhuis. Daarna is World Servants door gegaan met projecten in Miloso - in totaal, dit jaar meegerekend 13 projecten! De impact hiervan is indrukwekkend. In de ruim 15 jaar heeft Miloso zich ontwikkeld van een dorp naar een kleine stad. Er is door de World Servants-projecten een vorm van economie ontstaan die zichtbaar een ontwikkeling op Miloso heeft. Dat zeggen ook de bewoners die deze ontwikkeling als zeer positief ervaren. Met name de gebouwde middelbare school betekent heel veel voor Miloso. Kinderen krijgen langer onderwijs, met alle positieve gevolgen van dien. Ook het lerarenkorps zorgt voor een positieve ontwikkeling. Deze groep leraren krijgen salaris van de overheid en kopen daarmee hun eerste levensbehoefte bij de lokale boeren. Hierdoor is er in Miloso een regionale markt ontstaan. Al met al voor mij een zeer positieve ‘confrontatie’ dat de World Servants-formule zichtbaar werkt!
Wanneer je zo dicht bij een vorig project van je bent, dan was het een persoonlijk doel om daar even naar terug te gaan. Dat doel is ook bereikt en was voor mij een hoogtepunt van de drie weken. De gebouwde kliniek is in vol bedrijf en het gesprek met de verpleegkundige die daar gemiddeld per maand ruim 300 patiënten helpt was heel bijzonder. De ‘confrontatie’ met de gevolgen van wat we toen gedaan hebben heeft heel veel indruk op me gemaakt. De muurschildering die de verbinding aangaf tussen Zambia en Nederland, het bankje met onze namen (o.a. Rianne Kamphorst, Mariet Grootenboer uit Culemborg) in de beton geschreven waren geweldig om te zien. In 2007 gingen we weg en lieten een gebouw achter en je ervaart nu dat dit gebouw zijn bedoelde functie heeft gekregen en waar de verpleegkundige haar dankbaarheid niet vaak genoeg kan uitspeken. Dit maakt je stil en dankbaar en je ervaart op een zeer positieve manier de hand van God.
Nu terug in Nederland en weer in het oude en vertrouwde ritme, maar met (nog) meer positieve energie die bij mij hopelijk nog lang zal blijven werken!
Jalke was mee met een project ’onbeperkt’
Na een heel jaar van pepermunt verkopen, oliebollen bakken en appels schillen voor de appeltaart, ben ik afgelopen zomer toch echt op reis geweest met World Servants naar Bolivia.
Wat is Bolivia een prachtig land met haar mooie, hoge bergen en drukke steden! De bevolking ving ons op met open armen.
Het bouwen vond ik erg leuk en ook al was het een uitdaging met een rolstoel, heb ik zoveel mogelijk gedaan. Elke dag deed ik nieuwe ervaringen op en leerde ik nieuwe mensen kennen.
Het verschil tussen rijk en arm is in Bolivia zichtbaar heel groot. Sommige mensen wonen in enorme huizen, hebben een zwembad in de tuin en bewaking voor hun huis terwijl andere mensen in een huisje gemaakt van houten platen tegen elkaar aan gezet wonen.
Toch zagen de arme mensen er niet per definitie 'arm' uit en de rijken niet per se 'rijk'. Sommige mensen die weinig geld hadden waren wel de hele dag vrolijk en deden ontzettend hun best het ons naar ons zin te maken.
Dit heeft me doen beseffen dat je echt niet per se veel geld nodig hebt om gelukkig te zijn. Het leukste van de reis vond ik het bouwen - geweldig om zo met zijn allen bezig te zijn en te werken aan een groot bouwwerk.
Wat een prachtige ervaring! Groeten, Jalke
Anneloes en Arno waren in Malawi, Anneloes beschrijft haar ervaringen
Lieve gemeente,
Nu ik weer drie weken thuis ben, kijk ik regelmatig met veel heimwee de foto’s van Malawi weer terug. Ik heb enorm genoten van het project in Kantheska, een klein plattelands dorpje in de middle-of-nowhere. De lokale bevolking was ontzettend betrokken, enthousiast en dankbaar. Velen van hen hielpen ons op de bouw, we kregen zo veel hulp dat we na 4 bouwdagen het hoogste punt al bereikten! De dankbaarheid van de gemeenschap uitte zich in de vorm van 2 geiten, 6 kippen en schaaltjes met pinda’s die we cadeau kregen. Dit alles kregen wij, terwijl de meeste families in moeilijke tijden slechts 1 keer per dag kunnen eten en dan alleen ‘nshima’: een pap van maismeel en water. Het kleine aantal kippen dat ze houden, slachten ze niet voor zichzelf, maar bewaren ze voor het geval er onverwacht gasten langskomen. Tja, dan moet je wel even drie keer slikken bij het krijgen van zo’n groot cadeau.
Tijdens het project mocht ik ook 'life skills' geven, op drie middagen hadden we het samen met tieners over hoe waardevol ze zijn, verschillen in de rolverdeling tussen mannen en vrouwen en seksualiteit. Dit was een hele bijzondere ervaring en soms ook erg grappig, aangezien we de gekste vragen kregen en een man blijkbaar heel aantrekkelijk is als hij klein is en een dikke neus heeft.
Er is nog veel meer te vertellen, maar dan moet u me even aanspreken na een kerkdienst!
Liefs, Anneloes de Weijer
Geert Rooseboom schrijft over zijn project in Sierra Leone
Na mijn avontuur in Guatemala vorig jaar was de keuze om weer te gaan niet zo moeilijk voor mij. Dit jaar werd het dan toch Afrika, Sierra Leone om precies te zijn.
Sierra Leone is een land in West-Afrika, het grenst aan Liberia en Guinea.
Sinds het land in 1961 onafhankelijk is geworden van Groot-Brittannië heeft het een bewogen geschiedenis. Van 1991 tot 2001 woedde er in het land een bloedige burgeroorlog. Toen het land daar eenmaal uit kwam en druk bezig was met het herbouwen en de economie, grotendeels door middel van mijnbouw weer op gang was gekomen, brak het Ebola-virus uit. Ebola verspreide zich snel door Sierra Leone wat ervoor zorgde dat veel internationale bedrijven weer wegtrokken uit het land. Vandaag de dag zijn er nog veel Ebola-wezen. In sommige dorpen is 1 op de 5 inwoners overleden aan Ebola. Zelf heb ik meneer Kamara ontmoet. Deze meneer heeft in 2014 in één maand zijn hele gezin verloren, op één zoon na. Nu zorgt hij voor 22 Ebola-wezen, die hij voedt, onderdak biedt en voor wie hij onderwijs betaalt. Na Ebola volgde in 2017 ook nog verschrikkelijke modderstromen, waar ook veel mensen aan overleden.
Hoewel het land zo’n ongelofelijk bewogen geschiedenis heeft, zijn de mensen die er wonen de meest hartelijke, liefdevolle en dankbare mensen die ik ooit heb ontmoet. Ik weet niet hoe vaak ik wel niet ben bedankt voor het werk dat wij daar hebben gedaan en hoe vriendelijk ze contact zochten. Met de bouwvakkers, met de kinderen en met de mensen van de lokale organisatie daar (the Cotton Tree Foundation) heb ik het leukste contact gehad en heb je na 3 weken toch wel echt een band opgebouwd. Daarnaast blijft het ook dit jaar weer bijzonder wat een ongelofelijk bijzondere band je kan krijgen met de mensen waarmee je drie weken op project gaat.
Naast bouwen aan vrienden hebben we daar natuurlijk ook hard gebouwd aan een school. Stenen sjouwen, metselen, beton scheppen, dakspanten timmeren en tillen en muren stucen moest allemaal gebeuren, zowel in de stromende regen als in de stralende zon. Maar aan het eind van het project stond er dan ook wel een gebouw met een dak en (deels) gestucte muren. Ongelofelijk gaaf!
Het project was een ongelofelijk gave ervaring en zal iets zijn wat ik me voor altijd zal blijven herinneren. Voor iedereen die twijfelt of je wel met een World Servants project mee moet gaan: ik zeg doen! Het is iets ongelofelijk gaafs en bijzonders en iets wat je voor de rest van je leven met je mee neemt.
Piet Grootenboer schrijft over zijn project in Zambia
Augustus 2018, Zambia, Miloso.
Een World Servants-project is altijd bijzonder, maar voor mij, Piet Grootenboer, was deze keer een jaar waar veel World Servants-aspecten op een hele mooie manier bij elkaar kwamen.
Het was voor mij na 11 jaar een hernieuwde kennismaking met Zambia, vooraf probeer je de herinneringen weer naar voren te halen. Hoe zou het land, het gebied rondom Mkushi en het dorp waar we toen gebouwd hadden zich ontwikkeld hebben?
Het land was vanaf het vliegveld naar het noorden nog min of meer als in m’n herinneringen. Misschien iets drukker verkeer, maar verder nog steeds een echt ontwikkelingsland, met beperkte infrastructuur. De kennismaking met het gebied Mkushi was niet echt anders als 11 jaar geleden. De bust stopt in Mkushi en we worden ‘overgeladen’ op een open vrachtwagen om over soms slechte zandwegen naar Miloso te rijden. Miloso is een plaats waar ik 11 jaar geleden ook even op bezoek ben geweest, het was toen al een dorp waar meerdere World Servants-projecten waren gerealiseerd.
Dit jaar hebben we samen met de groep uit de Vrijgemaakte Gereformeerde Kerk van Gramsbergen in Miloso een slaapzaal voor jongens gebouwd. Ook dit was voor mij een bijzondere ervaring om met zo’n groep als enige ‘buitenstaander’ een World Servants-project te realiseren. Het was een groep van 24 gemeenteleden: 4 volwassenen en de rest jongelui, ook dit gaf extra dynamiek aan het project. De groep heeft hard gewerkt om het gebouw min of meer af te krijgen, maar daarnaast hebben we heel veel indrukken op gedaan van de omgeving, van de manier van leven, hoe het geloof een rol speelt, een echte Afrikaanse kerkdienst en nog van veel meer. We hebben dus een gebouw achtergelaten, maar wij zijn allemaal heel veel ‘rijker’ teruggekomen. De echte wisselwerking van een World Servants-project.
Miloso is een plaats waar World Servants 2002 het eerst project gebouwd heeft, een kliniek met een woonhuis. Daarna is World Servants door gegaan met projecten in Miloso - in totaal, dit jaar meegerekend 13 projecten! De impact hiervan is indrukwekkend. In de ruim 15 jaar heeft Miloso zich ontwikkeld van een dorp naar een kleine stad. Er is door de World Servants-projecten een vorm van economie ontstaan die zichtbaar een ontwikkeling op Miloso heeft. Dat zeggen ook de bewoners die deze ontwikkeling als zeer positief ervaren. Met name de gebouwde middelbare school betekent heel veel voor Miloso. Kinderen krijgen langer onderwijs, met alle positieve gevolgen van dien. Ook het lerarenkorps zorgt voor een positieve ontwikkeling. Deze groep leraren krijgen salaris van de overheid en kopen daarmee hun eerste levensbehoefte bij de lokale boeren. Hierdoor is er in Miloso een regionale markt ontstaan. Al met al voor mij een zeer positieve ‘confrontatie’ dat de World Servants-formule zichtbaar werkt!
Wanneer je zo dicht bij een vorig project van je bent, dan was het een persoonlijk doel om daar even naar terug te gaan. Dat doel is ook bereikt en was voor mij een hoogtepunt van de drie weken. De gebouwde kliniek is in vol bedrijf en het gesprek met de verpleegkundige die daar gemiddeld per maand ruim 300 patiënten helpt was heel bijzonder. De ‘confrontatie’ met de gevolgen van wat we toen gedaan hebben heeft heel veel indruk op me gemaakt. De muurschildering die de verbinding aangaf tussen Zambia en Nederland, het bankje met onze namen (o.a. Rianne Kamphorst, Mariet Grootenboer uit Culemborg) in de beton geschreven waren geweldig om te zien. In 2007 gingen we weg en lieten een gebouw achter en je ervaart nu dat dit gebouw zijn bedoelde functie heeft gekregen en waar de verpleegkundige haar dankbaarheid niet vaak genoeg kan uitspeken. Dit maakt je stil en dankbaar en je ervaart op een zeer positieve manier de hand van God.
Nu terug in Nederland en weer in het oude en vertrouwde ritme, maar met (nog) meer positieve energie die bij mij hopelijk nog lang zal blijven werken!